Laura Broekhuysen

   

 

       Zand erover  (2002) 

     Aanrader in de Jeugdliteratuurkrant:

 Zet snel thee!

 "Een kleine klaroenstoot bij dit debuut"

Kinderen in de puberteit en ouders, dat kan nooit wat worden. In ieder geval niet in de meeste jeugdboeken. Ouders zíjn stom en het kroost dóet stom, daar komt het op neer. Debutante Laura Broekhuysen, met negentien jaar zelf de puberleeftijd nauwelijks ontgroeid, nuanceert dit beeld in Zand erover.

Laura Broekhuysen: Zand erover. Lemniscaat. 110 blz. €11,95. Vanaf 12 jaar.

De zussen Meike, Lisa, Floor en Eva hebben moeite met hun ouders, dat wel, maar doen er, net als die ouders, alles aan om de lieve vrede te bewaren. Alles is gezellig in dit gezin. Iedereen is aardig voor elkaar, altijd, al broeit er van alles. De ouders gaan wellicht scheiden, om maar iets te noemen. Niet alleen de moeder loopt zich het vuur uit de sloffen om het haar familieleden naar de zin te maken. Ook haar kinderen weten niet hoe gauw ze, telkens weer, thee moeten zetten. Ze maken de wereld mooier dan ze hem vinden. Vooral voor hun moeder. De concurrentie is moordend: wie is de beste, braafste dochter?

Broekhuysen schrijft beeldend. `Ga slapen, zit daar niet zo wachterig te zitten', denkt de jongste, meest rebelse dochter die, na een avond uit, haar moeder in de huiskamer treft. Uit een walkman op het hoofd van een ander `friemelt' de muziek naar buiten. In Zand erover zijn de geheimen van twee generaties vervlochten. Niet alleen de zussen, op Meike na, delen een geheim. Ook de moeder heeft een geheime agenda. In cursief afgedrukte gedeeltes staan herinneringen, momentopnamen, uit moeders jeugd beschreven: `De stoel is groot en niet voor Lis bedoeld. [...] Steeds als er een auto de bocht om komt schijnen er felle koplampen in haar gezicht. De auto van Pa en Ma? Nee. De auto van –. Nee. De auto van –. Nee.' Aanvankelijk is niet geheel duidelijk wie deze `Lis' is. Dat geeft Zand erover spanning.

De vier meisjes gaan voor het eerst alleen op vakantie naar een Waddeneiland. De dreigende scheiding van hun ouders zet de verhoudingen op scherp. Het is, al jaren eigenlijk, tijd voor een gesprek, maar ze willen er niet echt aan. Telkens moet iemand ineens dringend naar bed, de slaapzak in, zo diep mogelijk verstopt.

Er zijn mindere kanten aan dit debuut. Broekhuysen is nog geneigd teveel beeldspraak te gebruiken. Ze zet de observaties van haar hoofdpersonen ook iets te dramatisch aan, en haar taal heeft soms iets plechtigs: `Zeehonden! Opgewonden dringen ze zich tegen de reling, ,,ooh's en ,,aah's declamerend.' Meike verlangt terug naar de tijd dat ze nog gewoon kind was, en wil tegelijkertijd juist geen kind meer zijn, zoals het een puber betaamt. Keer op keer benadrukt Broekhuysen dit. `De tuin is niet meer groot, zoals vroeger. Ze loopt er in een paar stappen doorheen.' Of: `Meike zou bij haar op schoot willen kruipen [...] Maar daarvoor is ze nu te groot'. `Groot en enorm' is Meike, met `bespottelijke borsten.' Zand erover is een knap debuut. Broekhuysens tweede boek zal vast nog beter zijn.


De kurk is eraf!

Door Judith Janssen en Aleid Truijens 24/01/03

Jarenlang werken aan een roman die misschien wel tussen de schuifdeuren wordt voorgelezen. Met bravoure beweren dat je voor je dertigste een boek publiceert....

lees het hele interview


ZE HERINNEREN zich het nog haarscherp. Hét moment, na jarenlang anoniem ploeteren achter de computer. Het moment waarop ze als schrijver uit de kast kwamen. Niet langer een van de miljoen amateurs die schrijver of dichter zijn in het diepst van hun gedachten, maar een auteur die met fraaie foto wordt aangekondigd in de catalogus van een literaire uitgeverij. De zeven schrijvers die rond de tafel zitten om te praten over de geboorte van hun schrijverschap, stellen tevreden vast dat hun werk behoort tot dat ene, gelukkige procent dat de uitgevers vissen uit de dagelijkse slushpile van manuscripten. 'Voor mij was het dat eerste telefoontje: ''Ja, we willen het hebben! Stuur de rest maar'' ', zegt Carolina Trujillo Píriz. 'Twee regeltjes e-mail', vertelt Francie van den Hurk. ''We vinden uw gedichten mooi en willen een bundel van u uitgeven.'' Ik heb van blijdschap bijna de computer de lucht in gegooid.'

Alle zeven debuteerden ze in 2002. De dichtbundel van Francie van den Hurk (1948), Naastenparade, verscheen bij De Harmonie. Carolina Trujillo Píriz (1970), geboren in Uruguay, kwam met De bastaard van Mal Abrigo bij Meulenhoff terecht; diezelfde uitgever publiceerde De hand, de kaars en de mot van Rob van der Linden (1957). Kees Jaap Klijn (1964) meldde zich, met succes, bij Bert Bakker - 'want die verkopen goed' - toen hij Mijn broer af had. Saskia Profijt (1967) zat met Braaf meisje direct goed bij Nijgh & van Ditmar, 'een swingende uitgeverij', Vassallucci zag meteen wat in Lucifer van Dave Goldstein (1972). Laura Broekhuysen, toen zeventien, inmiddels negentien, stuurde haar schrijfpogingen naar Lemniscaat om advies te krijgen, en hoorde twee jaar later: 'We zijn klaar. Zand erover wordt een boek.'

 

Over lezen en schrijven 

 VRIJDAG 7 JANUARI 2011


"Dit verhaal is zorgvuldig gecomponeerd, met een goede spanningsopbouw en een plot die staat. Het gáát ergens over, is in staat om lezers bij de keel te grijpen.

Een debutant om op te letten!"

Zand erover van Laura Broekhuysen (Lemniscaat) is een debuut. De (anonieme) verteller focust op de jongste van de vier zussen, Meike. Daardoor en door de wijze van uitgeven vindt dit werk in de boekhandel een plaats in de kast jongerenboeken c.q. jeugdliteratuur. De wijze van uitgeven: 1) staat deze uitgeverij bekend als uitgever van jongerenliteratuur, 2) heeft zij het zelf aangekondigd als zodanig (aanbieding jeugdliteratuur), 3) toont de omslagafbeelding (van Nynke Talsma) veel jongere figuren (het lijken wel basisschoolkinderen) dan de personages zijn: een echte jongere (Meike), drie volwassen zussen. Ware deze tekst me voorgelegd zonder buitenliteraire context, dus als typoscript, dan was het nog een open vraag geweest waar dit verhaal te plaatsen.

De opbouw is die van een verteller die één personage van dichtbij volgt, als het ware in haar huid en geest kruipt, in onvoltooid tegenwoordige tijd, dus als een live verslag. Het begint ook medias-in-res, zoals zeer veel jeugdliteratuur.

Maar het blijkt al snel geen middle-of-the-road-stijl. Ten eerste zijn er (met inspringen) gedachteflarden, meestal maar een zin. Ten tweede zijn er al snel flashbacks, cursief gedrukt, met dezelfde stijl maar een andere hoofdpersoon, ene Lis. Ten derde is het een ronduit karige stijl, de informatie die nodig is om te achterhalen waar het over gaat wordt mondjesmaat gegeven en zeer zorgvuldig gedoseerd.

Hier is een auteur met talent aan het werk!

De suggestie van een drama dient zich snel aan, vooral door die flashbacks, want die Lis blijkt eenzaam en heeft een stel starre, haar niet begrijpende ouders.

Even drie piepkleine details uit de eerste flashbacks: ‘De klok op de schoorsteen is bijna niet te zien.’ Klok op de schoorsteen: als enige, eerste en heel subtiele hint dat deze flashbacks zich, hoewel zoals gezegd verteld on o.t.t., afspelen in een tijd vóór de tijd waarin het hoofdverhaal zich afspeelt. Detail twee: ‘Poppen met zelfgestreken kleertjes.’Idem. Detail drie, derde flashback: ‘Mama is bezig met brieven schrijven.’ Idem.

Maar ook in het hoofdverhaal zitten allerlei aanwijzingen van een drama, van mensen die iets verborgen houden: een moeder die altijd maar straalt en mooi weer speelt, zussen net zo.

Zo komt de lezer heel langzaam te weten dat er in het gezin van ‘Lis’ een broertje Hugo is geweest over wie niemand het meer heeft. Dat de vier zussen een broer Jesse hebben gehad die is omgekomen. Later in het verhaal: dat die is omgekomen door toedoen van de drie oudste zussen, ze lieten hem even alleen om ijs te kopen en vonden hem verdronken in een sloot. Nóg later: dat hun vader op dat moment met zwangere moeder naar het ziekenhuis was en de zorg aan hen (toen nog heel jong) had toevertrouwd. En zo merkt de lezer dat er een vader ís, dat er een scheiding is. Zo merkt de lezer, mét Meike, dat de zussen vrijwel automatisch in de mooi-weer-rol vervallen, nooit eens boos zijn of verdrietig, altijd de schone schijn ophouden - zo erg dat het de ook aanwezige vrienden licht verbaast. Tot er brand uitbreekt in hun tent (door onhandig geklungel van vriend Bram), dat bewerkstelligt een soort omkeer. Ze gaan praten, laten de schone schijn vallen. Tegen die tijd heeft de lezer, zonder dat dit met zoveel woorden gezegd wordt, ook wel door dat die ‘Lis’ hun moeder is, er worden dus tegelijk twee verhalen verteld die met elkaar te maken hebben en het verhaal over Lis geeft al veel aanwijzingen voor het karakter van hun moeder.

Het is een verhaal met een katharsis. De zussen gaan inderdaad praten, brengen hun moeder zodanig van haar stuk dat ze het mooi-weer-masker afdoet en ik citeer de laatste regels om iets te tonen van stijl en verhaal:

‘Hugo?’ vraagt Lisa. ‘Wie is Hugo?’
‘Hij was dood: Mama plukt aan haar kettinkje. ‘Al die voornemens. Ze waren er al toen ik acht was of negen. Negen, want niemand praatte meer met poppen.’
Floor schudt haar hoofd. ‘Ik begrijp niet -’
‘Natuurlijk je het niet, jullie begrijpen niks.’ Mama’s stem is zo on-mama-achtig dat ze haar onthutst aanstaren. Ze huilt weer, zonder zich te schamen nu. Lisa’s beverige handen gieten een lauwe scheut thee over Meikes knie.‘Je hebt ons nooit iets verteld,’ zegt Eva. ‘Wat hadden we moeten begrijpen?’
Mama kijkt naar de nacht achter het raam. Even lijkt het alsof ze zal gaan zingen over de maan. Mama die daar zit als een behuilde puber. Mama di op haar nagel kauwt. ‘Kan het ook morgen?’
Lisa schudt haar hoofd. ‘Liever nu.’
‘Morgen -’ 
‘Begin bij Hugo,’ zegt Floor.
Mama stopt met huilen en knikt, veegt de rood-grijze plukken uit haar gezicht. Ze begint bij Hugo.

Dit verhaal is zorgvuldig gecomponeerd, met een goede spanningsopbouw en een plot die staat. Het gáát ergens over, is in staat om lezers bij de keel te grijpen.

Een debutant om op te letten!


 "Ze beschikt nu al over het gereedschap om oorzaken, gevolgen, onderlinge verhoudingen en ingesleten gewoonten haarscherp te fileren"












door Hans van Holten  

Januari 2003

"Je moet goed bij de les blijven om de draad van het verhaal vast te kunnen houden. Maar dat kleine beetje extra inspanning wordt ruimschoots beloond."





Zand erover

Diepgravend -maar het boek is dan ook bestemd voor de leeftijd van veertien jaar en ouder- is het debuut van de negentienjarige (!) Laura Broekhuysen "Zand erover". Het betreft ook hier een weekje vakantie op een eiland, maar nu gaat het erom iets uit te praten, een probleem op te lossen, waaronder de hoofdpersoon Meike (17 jaar) maar ook haar ouders en zussen gebukt gaan. "Daarom gaan ze naar Vlieland. Om alles te begrijpen."

Vader en moeder zijn uit elkaar gegaan, maar (nog) niet officieel gescheiden. Ondanks het feit dat het gezin altijd zo "close", zo aanhankelijk, zo geforceerd gelukkig geweest is. De vier zussen beseffen dat die schijnharmonie vooral veroorzaakt wordt door mama, die nooit boos wordt, alles goedpraat, conflicten vermijdt en alleen maar gezellig en leuk wil zijn. Vriendje Bram heeft geen goed woord over voor de "kleffe" familie en zal er zijn verkering met Meike zelfs voor uitmaken. "Je luistert niet. Je reageert in ieder geval niet. Want je bent met jezelf bezig, met je familie. Ik pas er niet tussen." 

De zussen gaan dus naar Vlieland, zonder vader en moeder, om samen te proberen "alles te begrijpen", maar aanvankelijk lijkt alleen Meike geïnteresseerd in het hoe en waarom van mama's gekunstelde houding, en in een oplossing voor het verborgen conflict. 
In de loop van het verhaal echter, door de dingen die op Vlieland gebeuren en die als een soort katalysator werken, komt de waarheid aan het licht, wat de lezer betreft mede door fragmenten (cursief afgedrukt) uit het leven van mama, bijvoorbeeld over haar liefdeloze jeugd veroorzaakt door niet-begrijpende ouders. 

Het boek kent geen hoofdstukindeling en dat werkt samen met de terugblikfragmenten (van mama en zussen) wel eens wat verwarrend. Je moet goed bij de les blijven om de draad van het verhaal vast te kunnen houden. Maar dat kleine beetje extra inspanning wordt ruimschoots beloond en de jonge lezers zullen er misschien veel van zichzelf en de eigen omstandigheden in terugvinden. Dan kunnen ze tevens genieten van Broekhuysens zeer heldere en persoonlijke taalgebruik: "Uit Floors walkman friemelt bijna onhoorbare muziek, het jeukt in Meikes oren." Of: ze "knikt Meike toe op de automatische moeder-piloot." Bijvoorbeeld. 

oktober 2002 

"Broekhuysen houdt de vaart erin en daardoor leest het boek als een film"

 

Vrije Opvoedkunst

door Maria Lagaay

november 2002 


"de problematiek is intrigerend en groots, de stijl is impressionistisch"










This free website was made using Yola.

No HTML skills required. Build your website in minutes.

Go to www.yola.com and sign up today!

Make a free website with Yola